Meer dan drie jaar geleden nam Lise Conix de leiding van Schoenen Torfs over van haar oom Wouter Torfs. Op een moment waarop de Belgische modesector bijna collectief in moeilijkheden zit, gaat het de retailer voor de wind. Torfs aast op overnames en samenwerkingen in Wallonië en elders. “We denken dat we iets kunnen bijdragen aan lokale helden en familiebedrijven in België.”

“Zeg schat, kijk eens hier. Is dit niets voor jou?” In het filiaal van Torfs in Borsbeek, bij Antwerpen, snuistert een gezin op een vrijdagmorgen rond op de afdeling kinderschoenen. Terwijl ze hun oog laten vallen op een paar schoenen en er daarop een discussie van start gaat, komt Lise Conix binnengestapt. Ze heeft vertraging. De CEO excuseert zich. “Ik ben met de auto, maar ik had evengoed met de fiets kunnen komen, dan was ik er misschien sneller geweest”, zegt ze. Ze heeft door een sterfgeval in de familie ook andere dingen aan haar hoofd, zo blijkt, maar ze staat erop dat het interview doorgaat. “Ik hoop dat ik alle vragen kan beantwoorden, ik heb me niet echt kunnen voorbereiden”, gaat ze verder. Torfs doet het goed, dat staat vast. De retailer zag in 2024 zijn omzet met 4,4% stijgen naar 206,4 miljoen euro, de operationele winst ging met 11% de hoogte in, naar net geen 19 miljoen euro. Het zijn cijfers waar andere Belgische moderetailers voor willen tekenen, zeker nu de sector kampt met oplopende kosten en online concurrentie. Onder meer concurrent Bristol legde er vorig jaar het bijltje bij neer. Het contrast met Torfs kon niet groter zijn: dat zet zijn zinnen op uitbreiden, nu het goed gaat.